Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding - Inleiding

In het verleden moesten de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zich in de praktijk meerdere keren per jaar uitspreken over bijsturingen van de planning, in de vorm van een budgetwijziging en/of een aanpassing van het meerjarenplan.

Bij de evaluatie van de beleids- en beheerscyclus bleek echter dat die talrijke aanpassingen van de planningsdocumenten een zware administratieve last vormden, voor veel verwarring zorgden bij de raadsleden en onvoldoende invulling gaven aan hun reële informatiebehoeften. Die rapportering bevatte immers vooral informatie over de uitvoering van de kredieten en de noodzaak tot aanpassing ervan (de autorisatie), terwijl de raadsleden veeleer geïnteresseerd zijn in de stand van zaken van de uitvoering van het geplande beleid.

Daarom werd decretaal beslist om de verplichte rapportering aan de raad omwille van kredietwijzigingen en autorisatie voortaan te beperken. Het budget als afzonderlijk beleidsrapport wordt afgeschaft. De vaststelling van de kredieten en de autorisatie wordt geïntegreerd in het meerjarenplan en de verplichte jaarlijkse aanpassingen daarvan.

Daarnaast trekt het BBC2020-besluit ook het niveau waarop de raad autorisatie geeft gevoelig op. De uitgavenkredieten zijn gedefinieerd op het niveau van het totaal van de exploitatie en het totaal van de investeringen. Door de limitatieve kredieten op een dergelijk hoog niveau te definiëren, zullen de raden in de praktijk veel minder aanpassingen van meerjarenplannen moeten goedkeuren.

De raad moet uiteraard wel zijn rol van democratisch controleorgaan ten volle kunnen blijven invullen. Die controlefunctie moet niet in eerste instantie gericht zijn op de kredietbewaking, maar wel op de opvolging van de uitvoering van de planning en de realisatie van de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties.

Daarom legt het decreet over het lokaal bestuur de verplichting op om tussentijds te rapporteren. De regelgeving legt wel minstens één rapport per jaar op: minstens voor het einde van het derde kwartaal moet de opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar worden voorgelegd.

Inhoudelijk is deze tussentijdse rapportering vooral gericht op de uitvoering van de prioritaire beleidsdoelstellingen, de actieplannen en de acties. Ze bevat ook een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar en geeft zo informatie over de uitvoering en de bewaking van de kredieten.

Frank Boogaerts                                Katleen Janssens                                                      Bart Luyckx

Burgemeester                                     Algemeen directeur                                                Financieel directeur

 

Stad en OCMW Lier                                   NIS- code 12021

Paradeplein 2 bus 1                                    

2500 Lier