De financiële nota bevat eveneens een balans, bestaande uit een actief en een passiefzijde en de staat van opbrengsten en kosten. De klassieke interpretatie van algemene rekeningen omhelst een balans en een resultatenrekening. Dit laatste geeft inzicht op de gevolgen van de activiteiten op het eigen vermogen van een organisatie. In de publieke sector is dit niet relevant.
Dit neemt niet weg dat het belangrijk is om een zicht te hebben op de financiële impact van de activiteiten van het bestuur. Daarom wordt er niet gesproken van een resultatenrekening, maar wel van een staat van opbrengsten en kosten.
Dat is trouwens ook de reden waarom niet gesproken wordt over eigen vermogen van een bestuur. Het verschil tussen de activa en de schulden wordt voortaan het nettoactief genoemd.
De activa zijn de middelen waarover een bestuur beschikt en waarvan verwacht wordt dat ze toekomstige economische voordelen of een dienstverleningspotentieel voor het bestuur zullen opleveren. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vaste en vlottende activa. De passiva zijn de financieringsbronnen van de activa.
De staat van opbrengsten en kosten geeft dan het overzicht van de kosten en de opbrengsten. Een kost is een transactie die tijdens het financiële boekjaar zorgt voor een afname van de economische voordelen of een afname van het dienstverleningspotentieel tot gevolg heeft. Een opbrengst is precies tegenovergesteld en resulteert in een toename van de economische voordelen of het dienstverleningspotentieel.
Of anders gezegd, via de registratie van de kosten en opbrengsten doorheen het boekjaar kan de evolutie van het netto-actief worden verklaard.
2022 | 2021 | |
ACTIVA | 301 878 803 | 302 695 426 |
I. Vlottende activa | 17 461 291 | 22 254 228 |
A. Liquide middelen en geldbeleggingen | 5 303 656 | 9 917 292 |
B. Vorderingen op korte termijn | 11 140 173 | 11 323 340 |
1. Vorderingen uit ruiltransacties | 5 214 016 | 4 359 186 |
2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties | 5 926 157 | 6 964 154 |
C. Voorraden en bestellingen in uitvoering | 0 | 0 |
D. Overlopende rekeningen van het actief | 27 962 | 23 904 |
E. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen | 989 500 | 989 693 |
II. Vaste activa | 284 417 512 | 280 441 198 |
A. Vorderingen op lange termijn | 10 111 516 | 10 799 811 |
1. Vorderingen uit ruiltransacties | 2 271 975 | 1 980 327 |
2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties | 7 839 541 | 8 819 484 |
B. Financiële vaste activa | 35 928 687 | 35 812 439 |
1. Extern verzelfstandigde agentschappen | 12 969 179 | 12 868 679 |
2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten | 22 928 244 | 22 912 496 |
3. OCMW-verenigingen | 0 | 0 |
4. Andere financiële vaste activa | 31 264 | 31 264 |
C. Materiële vaste activa | 230 631 691 | 228 558 236 |
1. Gemeenschapsgoederen | 183 087 622 | 179 570 237 |
a. Terreinen en gebouwen | 85 887 409 | 82 858 795 |
b. Wegen en andere infrastructuur | 58 204 610 | 57 376 690 |
c. Installaties, machines en uitrusting | 1 378 758 | 1 333 469 |
d. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel | 1 866 221 | 1 785 998 |
e. Leasing en soortgelijke rechten | 21 359 950 | 21 860 267 |
f. Erfgoed | 14 390 673 | 14 355 019 |
2. Bedrijfsmatige materiële vaste activa | 11 514 167 | 10 849 488 |
a. Terreinen en gebouwen | 11 119 146 | 10 323 809 |
b. Installaties, machines en uitrusting | 92 321 | 93 087 |
c. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel | 302 701 | 432 591 |
d. Leasing en soortgelijke rechten | 0 | 0 |
3. Andere materiële vaste activa | 36 029 901 | 38 138 512 |
a. Terreinen en gebouwen | 35 812 749 | 37 843 635 |
b. Roerende goederen | 217 152 | 294 877 |
D. Immateriële vaste activa | 7 745 618 | 5 270 712 |
2022 | 2021 | |
PASSIVA | 301 878 996 | 302 695 426 |
I. Schulden | 95 839 687 | 99 485 296 |
A. Schulden op korte termijn | 18 014 709 | 17 095 953 |
1. Schulden uit ruiltransacties | 13 922 268 | 13 140 453 |
a. Voorzieningen voor risico's en kosten | 1 727 438 | 1 520 826 |
b. Financiële schulden | 0 | 0 |
c. Niet-financiële schulden uit ruiltransacties | 12 194 830 | 11 619 626 |
2. Schulden uit niet-ruiltransacties | -551 810 | -620 894 |
3. Overlopende rekeningen van het passief | 0 | 0 |
4. Schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen | 4 644 251 | 4 576 394 |
B. Schulden op lange termijn | 77 824 979 | 82 389 343 |
1. Schulden uit ruiltransacties | 77 705 889 | 82 038 084 |
a. Voorzieningen voor risico's en kosten | 18 021 756 | 18 078 239 |
1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen | 17 606 431 | 17 662 914 |
2. Andere risico's en kosten | 415 325 | 415 325 |
b. Financiële schulden | 59 483 370 | 63 759 083 |
c. Niet-financiële schulden uit ruiltransacties | 200 762 | 200 762 |
2. Schulden uit niet-ruiltransacties | 119 090 | 351 259 |
II. Nettoactief | 206 039 309 | 203 210 129 |
A. Kapitaalsubsidies en schenkingen | 45 470 347 | 40 762 728 |
B. Gecumuleerd overschot of tekort | 8 774 482 | 10 775 828 |
C. Herwaarderingsreservers | 6 715 627 | 6 592 720 |
D. Overig nettoactief | 145 078 853 | 145 078 853 |