Schema M2 : De aangepaste staat van het financieel evenwicht

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het financieel evenwicht wordt bekeken vanuit drie invalshoeken. De staat van het financieel evenwicht van het meerjarenplan (schema M2) bevat per jaar een raming van het beschikbaar budgettair resultaat, de autofinancieringsmarge (AFM) en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge.

De staat van het financieel evenwicht van de gemeente en het OCMW wordt aangevuld met de financiële evenwichten van het autonoom gemeentebedrijf. Zo wordt dus in het geconsolideerde overzicht het totale beschikbaar budgettair resultaat, de totale autofinancieringsmarge en de totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge voor de hele groep getoond.

De financiële evenwichten op groepsniveau zijn geen afzonderlijke normen, maar worden in de beleidsrapporten van de moederbesturen getoond ter informatie van de raadsleden. De moederbesturen zijn immers verantwoordelijk voor de financiële gezondheid van de hele groep, met inbegrip van de dochters.

De normen : het beschikbaar budgettair resultaat en de AFM

Terug naar navigatie - De normen : het beschikbaar budgettair resultaat en de AFM

Het meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat betekent dat het bestuur het geplande beleid kan realiseren binnen de financiële mogelijkheden zonder een hypotheek te leggen op de toekomst. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 bepaalt dat het meerjarenplan (en de aanpassing ervan) financieel in evenwicht is als:

  1. het geraamde beschikbaar budgettair resultaat voor elk jaar minstens gelijk is aan nul
  2. en de geraamde autofinancieringsmarge van het laatste jaar van de periode van het meerjarenplan groter is dan of gelijk aan nul.


1° Het beschikbaar budgettair resultaat

De eerste voorwaarde is bedoeld om op de korte termijn (periode van één jaar) te zorgen voor een financieel evenwicht: het toestandsevenwicht. Als het beschikbaar budgettair resultaat elk jaar groter is dan of gelijk aan nul, betekent dat gewoon dat het bestuur aan het einde van het jaar meer budgettaire middelen overhoudt dan het heeft uitgegeven (of plant uit te geven).

2° De autofinancieringsmarge (AFM)

De tweede voorwaarde stuurt aan op een financieel evenwicht op de lange termijn (gedurende de periode van het meerjarenplan): het structurele evenwicht. Dat evenwicht wordt aangetoond als de geraamde autofinancieringsmarge van het laatste jaar van het meerjarenplan groter dan of gelijk is aan nul.

Die parameter wordt berekend door het verschil te maken tussen de operationele cashflow die het bestuur zelf kan genereren en de netto periodieke leningsaflossingen. Het is wat overblijft nadat een bestuur uit het saldo van de exploitatie-ontvangsten en -uitgaven ook de netto periodieke aflossingen van leningen heeft betaald.

Een positief resultaat betekent dat het bestuur meer middelen genereert (of overhoudt) dan nodig, om haar leningen te kunnen terugbetalen. Er is dus marge om zelf nieuwe investeringen te financieren of om bijkomende leningen aan te gaan en de hieruit voortvloeiende leningslasten te dragen. De autofinancieringsmarge betekent dus letterlijk de marge waarbinnen het bestuur zelf in staat is om nieuwe investeringen te financieren (hetzij zelf, hetzij via bijkomende leningen).

De autofinancieringsmarge moet op het einde van de planningsperiode positief zijn. Opdat niet-recurrente verrichtingen geen vertekend beeld zouden geven, wordt de autofinancieringsmarge geëvalueerd in het laatste jaar van de periode van het meerjarenplan. Dat betekent dat ze in een bepaald jaar negatief kan zijn (het exploitatiesaldo volstaat dan niet om de netto periodieke aflossingen te betalen), op voorwaarde dat ze op het einde van de planningsperiode positief is. Daarbij wordt altijd gekeken naar het laatste jaar van het oorspronkelijke meerjarenplan. Zo garandeert het bestuur dat geen hypotheek gelegd wordt op de toekomstige bestuursperiode(n). Een positieve autofinancieringsmarge aan het eind van het meerjarenplan geeft financiële ademruimte voor de volgende bestuursploeg.

De aanvullende indicator: de gecorrigeerde autofinancieringsmarge

Terug naar navigatie - De aanvullende indicator: de gecorrigeerde autofinancieringsmarge

Bepaalde vormen van alternatieve financiering hebben geen invloed op de autofinancieringsmarge omdat de berekeningswijze impliciet uitgaat van een klassieke schuldfinanciering met leningen die regelmatig worden afgelost. Sommige nieuwe financieringsvormen voldoen niet aan dat schema, bijvoorbeeld leningen waarbij een belangrijk deel van de aflossing of de volledige terugbetaling op één moment in de toekomst gebeurt. Als dat moment voldoende ver in de toekomst ligt, komt dat in het meerjarenplan nergens tot uiting en is er ook geen enkele invloed op de autofinancieringsmarge. De autofinancieringsmarge geeft dan eigenlijk een te rooskleurig beeld van de situatie. Ook de kortetermijnfinanciering wordt niet in de berekening van de norm meegenomen.

Daarom wordt de norm van structureel evenwicht aangevuld met een indicator die niet beïnvloed wordt door de gekozen financieringswijze: de ‘gecorrigeerde autofinancieringsmarge’.

Voor de berekening van de gecorrigeerde autofinancieringsmarge moeten de besturen een correctie doen op de periodieke aflossingen om ook rekening te houden met de financiële schulden die niet periodiek afgelost worden, zoals bullet- of balloonleningen en financiering op korte termijn.

De correctie bestaat erin dat de periodieke aflossingen die verschuldigd zijn volgens de reële financieringsovereenkomsten vervangen worden door de gecorrigeerde aflossingen op basis van de financiële schulden. De gecorrigeerde aflossingen worden berekend als 8 % van de totale financiële schulden, dat wil zeggen met inbegrip van de financiële schulden die niet periodiek afgelost worden.

Zo wordt de discrepantie duidelijk tussen wat effectief afgelost wordt en wat zou worden afgelost als alle financiering op een traditionele wijze zou gebeuren. Door die correctie verkrijgen de raadsleden dus een indicator die de impact van alternatieve financieringsvormen neutraliseert. Ze kunnen in de staat van het financieel evenwicht aflezen hoe groot de autofinancieringsmarge is als ook bij alternatieve financieringsvormen rekening gehouden wordt met jaarlijkse aflossingen. Als de autofinancieringsmarge kleiner is dan de gecorrigeerde autofinancieringsmarge is er geen probleem. In het geval de autofinancieringsmarge (veel) groter is dan de gecorrigeerde, schuift een bestuur de leningslasten door naar een volgende legislatuur of generatie en is er mogelijk sprake van een fictief structureel evenwicht. Door deze bijkomende indicator op te nemen in het meerjarenplan krijgen de raadsleden een vollediger beeld over de schuldenstructuur van hun bestuur.

Belangrijke opmerking mbt de gecorrigeerde AFM :
In het initieel goedgekeurde MJP eind 2019 werd de gecorrigeerde AFM berekend op 772.834 EUR. Achteraf is echter gebleken dat in de boekhoudsoftware een formulefout was geslopen, waardoor de berekening foutief is gebeurd. De correcte berekening geeft een bedrag van 224.035 EUR, zijnde licht lager dan de werkelijke AFM 588.098 EUR.

De stad Lier maakt reeds geruime tijd gebruik van zogenaamde “alternatieve financieringsvormen”. Zo loopt er momenteel een obligatielening van 10.000.000 EUR dewelke op vervaldag komt eind 2023. In het verleden werd steeds heel transparant in de beleidsrapporten over de financieringsstrategie gerapporteerd. Zo hebben we steeds in het meerjarenplan ‘fictieve’ kapitaalsaflossingen opgenomen voor deze obligatielening, juist om het structureel evenwicht niet negatief te beïnvloeden op basis van de gekozen financieringsstrategie.

Het resultaat is logischerwijze dat de gecorrigeerde AFM voor ons bestuur niet sterk afwijkt van de normgevende AFM.

Toelichting bij Schema M2 - Staat van het financieel evenwicht

Terug naar navigatie - Toelichting bij Schema M2 - Staat van het financieel evenwicht

Gecumuleerd budgettair resultaat 2019

Bij de opmaak van het MJP hebben we het gecumuleerd resultaat van het vorig boekjaar (2019) voor stad en ocmw ingeschat op -3.675.000 EUR. Na opmaak van de respectievelijke jaarrekeningen 2019 van stad en OCMW kennen we het werkelijke resultaat, zijnde – 1.586.445 EUR. Bij deze aanpassing wordt dit resultaat verwerkt en zorgt voor een positieve budgettaire impact van 2.088.555 EUR.

Het beschikbaar budgettair resultaat

Het beschikbaar budgettair resultaat geeft het toestandsevenwicht of financieel evenwicht op korte termijn weer. Volgens de wetgeving moet dit jaarlijks positief zijn. Zoals in het schema wordt aangetoond, voldoet de stad Lier ook na deze aanpassing van het MJP nog steeds aan deze voorwaarde.

De autofinancieringsmarge

De aanpassing van het meerjarenplan dat nu ter goedkeuring voorligt resulteert in een versteviging van het lange termijn evenwicht. De autofinancieringsmarge is jaarlijks ruim positief en stijgt ligt in het laatste jaar van de legislatuur (680.825 EUR tov 588.098 EUR bij het oorspronkelijke MJP). Gelet op de gehanteerde financieringsstrategie en samenstelling van de schuldportefeuille is er geen sterke afwijking tussen de berekende AFM (680.825 EUR) en de gecorrigeerde AFM (523.113 EUR) wat erop wijst dat de stad Lier geen leningslasten doorschuift naar toekomstige generaties.

De geconsolideerde autofinancieringsmarge.

Nieuw vanaf BBC 2020 is dat voortaan ook een geconsolideerde AFM wordt gerapporteerd (op groepsniveau). In dit schema wordt ook de AFM van AGB Solag mee opgenomen. Ook hier stellen we vast dat op groepsniveau het lange termijn evenwicht ruim positief is.

Budgettair resultaat Mjp 2020 Mjp 2021 Mjp 2022 Mjp 2023 Mjp 2024 Mjp 2025
I. Exploitatiesaldo (a-b) 4.797.459 4.703.811 5.538.308 5.992.737 6.856.258 6.865.103
a. Ontvangsten 83.005.533 84.139.359 85.487.811 87.646.925 89.586.985 91.175.193
b. Uitgaven 78.208.074 79.435.549 79.949.504 81.654.188 82.730.726 84.310.091
II. Investeringssaldo (a-b) -2.861.239 -6.929.439 -14.789.929 -12.144.759 -10.214.744 -6.408.204
a. Ontvangsten 12.697.747 18.754.625 10.570.366 12.052.540 11.783.272 7.821.826
b. Uitgaven 15.558.986 25.684.064 25.360.295 24.197.298 21.998.016 14.230.030
III. Saldo exploitatie en investeringen (I+II) 1.936.220 -2.225.628 -9.251.621 -6.152.022 -3.358.486 456.899
IV. Financieringssaldo (a-b) 2.664.153 -737.608 9.284.893 6.135.032 3.370.901 -391.150
a. Ontvangsten 7.914.908 4.617.730 15.093.189 22.593.189 10.393.377 7.094.039
b. Uitgaven 5.250.755 5.355.339 5.808.296 16.458.157 7.022.475 7.485.189
V. Budgettair resultaat van het boekjaar (III+IV) 4.600.373 -2.963.236 33.272 -16.990 12.416 65.749
VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar -1.586.445 3.013.928 50.692 83.964 66.974 79.389
VII. Gecumuleerd budgettair resultaat (V+VI) 3.013.928 50.692 83.964 66.974 79.389 145.139
VIII. Onbeschikbare gelden 0 0 0 0 0 0
IX. Beschikbaar budgettair resultaat (VII-VIII) 3.013.928 50.692 83.964 66.974 79.389 145.139
Autofinancieringsmarge Mjp 2020 Mjp 2021 Mjp 2022 Mjp 2023 Mjp 2024 Mjp 2025
I. Exploitatiesaldo 4.797.459 4.703.811 5.538.308 5.992.737 6.856.258 6.865.103
II. Netto periodieke aflossingen (a-b) 3.390.894 3.954.372 4.526.136 5.170.148 5.728.312 6.184.277
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen 4.966.834 5.068.607 5.515.829 6.159.841 6.718.193 7.174.820
b. Periodieke terugvordering leningen 1.575.940 1.114.234 989.693 989.693 989.881 990.543
III. Autofinancieringsmarge (I-II) 1.406.565 749.439 1.012.171 822.589 1.127.946 680.825
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge Mjp 2020 Mjp 2021 Mjp 2022 Mjp 2023 Mjp 2024 Mjp 2025
I. Autofinancieringsmarge 1.406.565 749.439 1.012.171 822.589 1.127.946 680.825
II. Correctie op de periodieke aflossingen (a-b) -1.131.829 -738.223 -244.187 -365.584 -321.120 -157.712
a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen 4.966.834 5.068.607 5.515.829 6.159.841 6.718.193 7.174.820
b. Aangewezen aflossingen o.b.v. de financiƫle schulden 6.098.663 5.806.829 5.760.016 6.525.425 7.039.313 7.332.532
III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge (I+II) 274.736 11.216 767.985 457.005 806.826 523.113
Geconsolideerd financieel evenwicht Mjp 2020 Mjp 2021 Mjp 2022 Mjp 2023 Mjp 2024 Mjp 2025
I. Beschikbaar budgettair resultaat
- Gemeente en OCMW 3.013.928 50.692 83.964 66.974 79.389 145.139
- AGB Solag 1.555.528 879.137 676.631 928.559 1.294.588 2.004.713
Totaal beschikbaar budgettair resultaat 4.569.456 929.829 760.595 995.533 1.373.977 2.149.852
II. Autofinancieringsmarge
- Gemeente en OCMW 1.406.565 749.439 1.012.171 822.589 1.127.946 680.825
- AGB Solag 1.021 323.609 397.494 251.927 366.030 710.125
Totale autofinancieringsmarge 1.407.586 1.073.048 1.409.665 1.074.516 1.493.976 1.390.950
III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge
- Gemeente en OCMW 274.736 11.216 767.985 457.005 806.826 523.113
- AGB Solag 509.778 438.705 397.495 251.927 366.030 710.125
Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge 784.514 449.921 1.165.480 708.932 1.172.856 1.233.238