Samenvatting aanpassingen MJP + Impact op de autofinancieringsmarge

Het was een hele taak maar de aanpassing van het MJP en opmaak budget 2023 is met succes afgerond. Bij de start van het meerjarenplan en de daaropvolgende aanpassingen heeft de nadruk steeds gelegen op een gezond en duurzaam financieel beleid van de stad met ruimte voor een ambitieus investeringsprogramma.

De nasleep van de coronacrisis, de hoge inflatie met vooral een belangrijke impact op de personeelskosten, de stijgende intrestlasten en energieprijzen maakten de aanpassing van het MJP tot een zeer uitdagende opdracht : 

• Stijging loonkosten : ca 12,5 Mio EUR
• Stijging energiekosten : ca 4,1 mio EUR
• Stijging rentelasten : ca 3,4 Mio EUR
• Stijging toelagen Lokale Politie en hulpverleningszone : 4,6 Mio EUR
• Prijsherzieningen en overige inflatie impact op exploitatie : > 10 Mio EUR

Om deze bijkomende uitgaven te dekken moet er actief ingegrepen worden in het MJP : 

• De belastingtarieven voor de personenbelasting en onroerende voorheffing stijgen niet, maar de inflatie zorgt voor substantieel bijkomende inkomsten uit de aanvullende personenbelasting (+14 Mio EUR) en de onroerende voorheffing (+6,3 Mio EUR)
• Tarieven van de afvalbelasting worden geïndexeerd en gelijk getrokken met deze van de andere diftargemeenten uit het Ivarem werkingsgebied (+1 Mio EUR)
• Bijsturing inkomsten gemeentefonds + overige dotaties : +2,4 mio EUR
• Verhoging verwachte ontvangsten GAS-boetes : +1,2 mio EUR
• Bijsturing overige inkomsten als gevolg van inflatie (WZC, Welzijn,...) : + 7 mio EUR
• Om de impact van de stijgende energieprijzen op te vangen werd binnen de stadsorganisatie het project 'Samen duurzaam energie besparen' opgestart waarbij enkele heel concrete maatregelen onmiddellijk werden uitgevoerd (bv temperatuur stadsgebouwen verlagen naar 19°C)

Desondanks deze complexe oefening blijven we trouw aan de ambitie om volop te blijven investeren in onze stad. De stijgende materiaalprijzen zorgen ervoor dat lopende en nieuw op te starten projecten fors duurder worden.  Het totale investeringsbudget wordt opgetrokken met ca 13 Mio EUR en brengt het totale investeringsbedrag over de periode 2022-2025 op ca 124 Mio EUR. Om deze bijkomende uitgaven op te vangen, moeten er keuzes gemaakt worden. Sommige projecten worden on hold gezet en zullen doorschuiven naar een latere periode. In 2023 worden onder meer volgende projecten verder uitgevoerd of opgestart : 

• Renovatie Begijnhof
• Renovatie St-Gummaruskerk
• Heraanleg Schollebeekstraat
• Aanleg ontsluitingsweg Hoge Velden
• Aanleg stedelijk Sportpark Hoge Velden
• .....

In onderstaande tabel worden de totalen van de bijgestuurde ramingen weergegeven, waarbij per budgetjaar het oorspronkelijke en het nieuwe totaalbedrag wordt weergegeven. Het overzicht wordt gegeven voor de drie grote deelbudgetten Exploitatie, Investering en Financiering, telkens opgesplitst naar uitgaven en ontvangsten. Voor exploitatie en investeringen gebruiken we kleurcodes (rood = negatief budgettaire impact, groen = positief budgettaire impact).

Globaal gezien zijn de bijsturingen van het exploitatiebudget zeer substantieel in vergelijking tot de totale bedragen van de resterende 4-jarige beleidsperiode. Al deze aanpassingen kunnen verwerkt worden binnen de grenzen van het goedgekeurde meerjarenplan. De autofinancieringsmarge eind 2025 stijgt licht tot 819.871 EUR (in vergelijking tot 634.125 EUR bij de vorige aanpassing MJP).

De schuld zal tegen eind 2025 in absolute termen oplopen met ca 10 Mio EUR. Indien het volledige MJP wordt uitgevoerd zoals gepland, dan zal het nieuwe schuldniveau eind 2025 ca 101,6 Mio EUR bedragen. Indien we echter rekening houden met de impact van de inflatie op de schuldevolutie, dan zien we een relatieve afbouw van het schuldniveau. Bij de start van de legislatuur bedroeg de relatieve schuldgraad (verhouding totale schuld/totale exploitatieuitgaven) ca 106% eind 2025. In het aangepast MJP dat nu voorligt is de relatieve schuldgraad afgebouwd tot 101% tegen eind 2025.